Terug
Frans van Tarwijk schildert figuren die in volle vaart rennen, vallen, vechten of misschien zelfs dansen, maar schilderijen kun je deze serie werken eigenlijk niet noemen, want veel is weggelaten, of maar heel dun geschilderd. Alleen de mensen zijn te zien: de achtergronden zijn leeg en door alles heen blijft de kleur van het glimmende dunne papier waarop geschilderd is zichtbaar. Uitgevoerd in een stijl die het midden houdt tussen realisme en cartoons blijven de mensen herkenbaar eigentijds gekleed. Hun verstrengelingen en poses doen klassiek aan, maar heroïsch of tragisch zijn zij niet.
‘In elk van deze schilderijen wordt een al te kwetsbaar moment, een schil te dicht tegen tegen de geharnaste kern van de ziel, zichtbaar, een plak waar zintuigen even niet 100 % alert, maar stuurloos zijn. Hier in een onbeschermd tussengebied, waar droombeelden vrij spel hebben, heerst het dierlijke oer-zijn. Niet als personen, maar als eenzame personages in een abrupt afgebroken verhaal, komen de mensen uit zijn verleden, soms lang, soms pas geleden bovendrijven met fletse gezichten verdwaald te midden van verregende aanwijzingen. Perplex en hulpeloos presenteren de personages zich aan de kijker met een onbeholpen beroep op de voorzienigheid buiten de kaders van het schilderij, waarin hun scene doelloos gestrand is tussen de regels van een duistere sprookjeswereld en de beeldruis van het dagelijks leven in.’ (Marie-Jeanne de Rooij)

